Energietransitie: Laat de bewoner niet wachten
Iedereen gaat van het gas af. Volgens het Klimaatakkoord komt de coördinatie van deze mega-operatie bij de gemeenten te liggen. Wijk voor wijk gaan ze aan de slag en bij iedere partij staat de bewoner centraal. Maar is dat echt zo? Wordt het proces echt georganiseerd om de wensen van de bewoner?
Leren van aardgasvrije proeftuinen
Het Klimaatakkoord is nog niet uitonderhandeld. Maar ministers Eric Wiebes en Kajsa Ollongren hebben al wel een serie “aardgasvrije proeftuinen” geselecteerd. In 2018 zijn we begonnen met het aardgasvrij maken van bestaande buurten of dorpen. Van deze proeftuinen willen de ministers leren van aanpakken en de valkuilen. Samen met Procap zijn we betrokken bij vijf proeftuinen in de provincie Groningen. Vanuit deze proeftuinen, en de aansturing van de overheid, zien we doorschemeren hoe straks heel Nederland van het aardgas gaat. De gemeenten hebben daarin een sleutelrol. Zij gaan prioriteiten stellen: welke wijk gaat als eerste van het gas? Hoe gaan deze wijken van het gas? Welk plan past bij welke wijken? Hoe zorgen we voor draagvlak bij bewoners?
Welke bewoner wel, welke bewoner niet
Wat is de beste wijkprioritering? Bij de wijkplannen wordt al bepaald dat wijk A aan de beurt is en wijk B nog niet. In andere woorden: de bewoner in de ene buurt móet nu van het gas af, terwijl de bewoner aan de andere kant van het dorp moet wachten. Wat als deze laatste bewoner in een ‘natuurlijk moment’ zit, bijvoorbeeld een verhuizing, verbouwing of de kinderen verlaten het ouderlijk huis. Oftewel: momenten waarop de bewoner tijd, energie en misschien zelfs zin heeft om de woning te verbeteren.
Een 'natuurlijk moment' is een perfect moment voor verduurzamen.
Laat de bewoner niet wachten
Je moet dus ook voorwaarden scheppen voor bewoners in andere wijken om alvast aan de slag te gaan. Zij kunnen alvast beginnen met hun woning aardgasvrij-ready maken. Een aardgasvrij-ready woning kan direct van het gas gehaald, zodra die wijk aan de beurt is. Zonder verdere investeringen van de bewoner. De bewoner kan zich dus op voorhand en op eigen tempo voorbereiden op de energietransitie.
Als gemeente kun je aan de slag met verschillende aanbieders. Zij zorgen voor een ‘aardgasloos-robuust aanbod’. Dit houdt in dat iedere maatregel die zij aanbieden, past in de uiteindelijke aardgasloze oplossing. En dat kan goed, óók als nog niet duidelijk is of de wijk straks individuele warmtepompen krijgt, biogas of toch geothermie. Echter, houd wel rekening met de keuze van materialen en oplossingen.
Een totaaladvies is belangrijk bij bewoners: want welke stappen moeten ze nog meer zetten? Duurzaamheidswinkel Reimarkt is er voor de bewoner en ze krijgt een integraal advies. Duurzaamheid ligt in het schap en al haar maatregelen zijn ‘aardgasloos-robuust’.
Ondersteun bij de natuurlijke momenten
Verduurzamen gaat niet vanzelf. Stakeholders, zoals een makelaar of hypotheekadviseur werken op hun eigen manier en sluiten niet precies aan op het verduurzamingsproces. Het aanvragen van een offerte voor woningverduurzaming kost tijd. Dus als nú wordt besloten om het huis wel of niet te kopen, blijft verduurzaming uit. Jammer! Juist bij de verhuizing kan het isoleren makkelijk uitgevoerd worden, een rommeltje is het toch. Bovendien kan de verduurzaming vaak worden meegefinancierd in de hypotheek en de rente hiervoor is aftrekbaar van de belasting.
Door als gemeente in gesprek te gaan met de stakeholders over ‘Hoe zorg je ervoor dat zij de bewoner niet frustreren, maar ondersteunen in de wens voor verduurzaming?’ kun je een plan maken dat voor iedereen werkt. Reimarkt is in Enschede gestart met een pilot voor verduurzaming op het verhuismoment. Dat is best pittig, want alle stakeholders moeten zich verdiepen in elkaars proces. Het geheim tot succes zal niemand verbazen: de klantreis van de bewoner centraal.
Deze blog is geschreven door Alfred Middelkamp en Marco van Dalfsen. Meer weten? Neem contact op met Marco van Dalfsen.